Klop de boter en basterdsuiker tot een romig geheel en roer geleidelijk het losgeklopte ei erdoor tot alles volledig is gemengd.
Roer de citroenrasp en het sap erdoor en voeg geleidelijk de bloem toe tot alles is opgenomen en kneed tot een zacht deeg.
Vorm er een bal van, wikkel in huishoudfolie en laat 1 uur rusten in de koelkast.
Verwarm ondertussen de oven op 180 °C of de heteluchtoven op 160 °C. Neem twee borden en strooi de extra basterdsuiker op het ene en gezeefde poedersuiker op het andere bord. Haal het koekjesdeeg uit de koelkast en uit de huishoudfolie.
Pak kleine stukjes deeg en maak er met je handen balletjes van ter grootte van een walnoot. Rol de balletjes eerst door de basterdsuiker en vervolgens door de poedersuiker, zodat alles goed bedekt is.
Leg ze op de voorbereide bakplaat zonder ze plat te drukken. Bak ze ongeveer 12 minuten in de oven tot ze net een beetje goudbruin beginnen te worden en er barsten aan de bovenkant ontstaan. Haal uit de oven en serveer direct.