Breng een grote pan gezouten water aan de kook. Voeg de bloemkoolroosjes toe en kook ze circa 10 minuten tot je er makkelijk in kunt prikken met een vork.
Schep ze met een schuimspaan in een vergiet. Bewaar 500 ml van het kookvocht. Laat de pan met de rest van het water op het fornuis staan om straks de pasta in te koken; voeg er zo nodig meer water aan toe.
Bak in een grote gietijzeren koekenpan de ui 2-3 minuten in de olijfolie op tot hij heel licht goudbruin is. Voeg de ansjovis toe, duw ze met een houten lepel kapot en roer de pijnboompitten, krenten en bloemkool erdoor.
Meng de estratto met de wijn in een kommetje en schenk dit mengsel samen met 500 ml van het bloemkoolvocht in de pan. Laat het 30-40 minuten zachtjes pruttelen tot de bloemkool zo zacht is dat hij uit elkaar valt. Voeg zout en peper naar smaak toe. Houd de saus warm op heel laag vuur.
Maak intussen de geroosterde broodkruimels: bak in een kleine gietijzeren koekenpan de broodkruimels circa 3 minuten al roerend in de olijfolie op halfhoog vuur tot ze goed zijn geroosterd. Neem de pan van het vuur en roer de bladpeterselie erdoor.
Stel het gerecht samen: breng de pan gezouten water weer aan de kook. Voeg de bucatini toe en kook al dente.
Bewaar 500 ml van het kookvocht en giet de pasta af in een vergiet. Doe de pasta bij de bloemkoolsaus in de pan. Hussel voorzichtig om de pasta met de saus te bedekken en voeg zo nodig wat kookvocht toe.
Strooi de geroosterde broodkruimels erover en serveer de pasta met bloemkool meteen.