Laat de gist in 50 ml lauw water oplossen, doe het moutextract erbij en roer goed.
Meng het meel met de kristalsuiker in een kom. Maak in het midden een kuiltje, voeg het opgeloste gistmengsel toe en roer alles door elkaar.
Giet de rest van het lauwe water in een andere kom en voeg het zout, de maïsolie en de geraspte citroenschil toe. Roer dit goed door elkaar.
Doe dit bij het meel, gevolgd door de eidooiers, en kneed alles tot een stevig deeg. Voeg de rozijnen met de pijnboompitten en de geraspte sinaasappelschil toe aan het deeg en blijf kneden tot alles goed gemengd is.
Bestuif het deeg en de kom met wat meel, dek af met plasticfolie en laat minimaal 2 uur op een warme plek rijzen, tot het deeg met ongeveer een derde in omvang is toegenomen.
Leg het gerezen deeg op een met meel bestoven werkvlak en kneed een paar minuten tot een stevig, elastisch deeg. Voeg indien nodig nog wat meel toe. Verdeel het deeg in acht porties en vorm elke portie tot een rond broodje. Verdeel de broodjes over een met bakpapier beklede bakplaat, dek af met plasticfolie en laat 30 minuten rusten.
Maak de broodjes ovaal en bestrijk met eiwit. Dek opnieuw af met plasticfolie en laat 1 uur rijzen.
Verhit terwijl de broodjes rijzen de oven voor tot 180 °C en maak de suikersiroop. Verhit de kristalsuiker en het water zonder te roeren 3 tot 5 minuten in een pan op middelhoog vuur, tot de vloeistof doorzichtig is. Laat afkoelen.
Bak de broodjes in 20 minuten goudbruin, haal ze uit de oven en bestrijk met de suikersiroop. Laat minimaal 20 minuten op een rooster afkoelen.
Klop voor de vulling de slagroom met de poedersuiker tot stijve pieken. Snijd elke maritozzo aan de bovenkant in de lengte open, vul elk broodje met de slagroom en bestrooi met wat pistachenoten. De hemel in een broodje!