Doe de bosbessen met 15 gram van de suiker in een steelpannetje en breng onder af en toe roeren aan de kook. Laat 1 minuut koken. Doe in een kom en laat afkoelen.
Verhit ondertussen een droge koekenpan op middelhoog vuur. Voeg de walnoten toe en rooster ze in circa 3 minuten rondom bruin. Haal uit de pan en laat een beetje afkoelen.
Klop in het grote deel van een keukenmachine de ricotta met 40 gram van de suiker in 3 à 5 minuten tot een luchtig en mooi glanzend geheel.
Rasp de gember op een fijne rasp. Doe in een kommetje en meng met je vingertoppen met de resterende 25 gram suiker. Knijp een beetje zodat alle suiker nat wordt. Maal de walnoten in een vijzel fijn en meng met de gembersuiker. Proef of je de balans van gember lekker vindt en voeg anders meer toe. De intensiteit van de smaak kan namelijk afhangen van onder andere de versheid van de gember.
Verdeel de geklopte ricotta over kommetjes en schep de bosbessensaus erover. Bestrooi met de walnoot-gembersuiker en serveer meteen.