Valle d’Itria, reis mee door het land van de trulli in Puglia
Overal waar je in de Valle d’Itria kijkt zie je ze opduiken: de puntdaken van de trulli waar Puglia zo beroemd om is geworden. Deze eeuwenoude huisjes zijn niet het enige dat dit stukje Italië de moeite waard maakt. Dit zijn de high lights.
Wie zich door het diepe zuiden van de Laars verplaatst, begrijpt binnen enkele minuten waarom dit gedeelte van Puglia ‘het land van de trulli’ wordt genoemd. Slingerend tussen de olijfbomen en lage stenen muurtjes zie je overal de eeuwenoude witte Pugliese huisjes met kleine puntdaken opduiken. Volgens veel oude bronnen werden deze huisjes zo gebouwd om belasting te ontduiken: een slimme graaf liet op zijn grondgebied rondom Alberobello huizen a secco bouwen (oftewel zonder fundering en mortel) zodat ze in geval van controle weer snel konden worden afgebroken.
1. Trulli-hoofdstad Alberobello
De onbetwiste trulli-hoofdstad van de vallei is nog altijd Alberobello, een gehucht dat in de vijftiende eeuw gesticht werd door de familie Acquiviva en sinds 1996 op de Unesco Werelderfgoedlijst staat vanwege de ruim 1400 trulli die het telt. Het centrum van het stadje is momenteel alleen te voet toegankelijk. Het best geconserveerde deel is de rione Via Piccola, te bereiken via de Via Brigata Regina. Ook de Via Duca degli Abruzzi en Via Verdi staan vol trulli in alle soorten en maten. De allergrootste trullo, de achttiende-eeuwse Trullo Sovrano, vind je op het Piazza Sacramento en is met zijn twee verdiepingen en twaalf daken een serieuze bezienswaardigheid geworden en daarom ook te bezoeken als museum.
Bijzonder
Zelfs de plaatselijke kerk, de Chiesa di Sant’Antonio, gebouwd op de top van de Rione Monti, heeft hier de typische vorm van een trullo. En hoewel Alberobello in historisch en architectonisch opzicht absoluut bijzonder is (ook van een afstandje, en dan vooral ’s avonds als alle lichtjes en witte puntdaken een sprookjesachtig decor vormen), struikel je hier tegenwoordig over de toeristen. Veel originele trulli zijn dan ook geen huizen meer maar winkeltjes waar bezoekers een mini-trullo voor op de schoorsteen thuis kunnen kopen. Gelukkig zijn er in deze regio ook volop trulli in het wild te spotten.
2. Locorotondo, het balkon van de Valle d’Itria
Rondom het dorpje Locorotondo, dat vanwege de hoge ligging ook wel ‘het balkon van de Valle d’Itria’ genoemd wordt, vind je bijvoorbeeld talloze gehuchten waar trulli te zien zijn zonder dat je hiervoor je nek hoeft te verrekken omdat andere toeristen je het zicht ontnemen. Hier sloft nog gewoon een handjevol oude mannetjes op pantoffels door de straten en strekken straatkatten zich op hun dooie gemakje uit in de zon.
Locorotondo
Locorotondo prijkt trouwens niet voor niets op de lijst van de borghi più belli d’Italia, de mooiste dorpjes van Italië; met name de Giardini Pubblici, het stadspark van Locorotondo, biedt een indrukwekkend uitzicht over de vallei met punthuisjes. Ook de grote hoeveelheid witte huisjes, palazzi en herenhuizen (veel panden hebben iets weg van witgekalkte, extrasmalle oud-Hollandse grachtenpanden met puntdaken) en bloemen maken van de steegjes hier unieke straatjes. Waar het, zeker voor wie even klaar is met de drukte van Alberobello, verrassend kalm aanvoelt.
De stad van de witte wijn
Op vrijdag is dat doorgaans niet het geval: dan is er markt en loopt iedereen uit de regio uit om de beste lokale groente en het lekkerste fruit voor een goede prijs mee naar huis te nemen. Locorotondo wordt ook vaak la città del vino bianco, de stad van de witte wijn, genoemd. Dat is natuurlijk niet voor niets: hier wordt de goede (en witte) Locorotondo DOC gemaakt.
3. Cisternino
Een ander Pugliees dorpje dat deel uitmaakt van de allermooiste dorpjes van Italie is Cisternino, dat gelegen is op het zuidelijkste puntje van de Murgia-hoogvlakte. Behalve om haar uitzicht (ook Cisternino is gelegen op een heuvel) en haar slanke, witte huisjes is dit dorp óók beroemd geworden vanwege het vlees dat hier verkocht wordt. En dan met name de bombette, het typisch gegrilde, en zwaar gekruide varkensvlees (vaak gevuld met kaas, gehakt of ham).
Goede slagers
De indrukwekkende hoeveelheid goede slagers en bracerie (een soort warenhuizen waar je zo’n beetje alle stukken vlees kunt kopen die er bestaan) die je nog steeds in de straatjes aantreft vormen daarvan het bewijs. Met name aan het Piazza dell’Orologio kunnen vleeseters hun lol niet op. Hier kies je een stuk vlees uit bij de slager die het aan een grote spies rijgt om het vervolgens bij het naastgelegen restaurant te laten grillen in een met hout gestookte oven.
Pasticciotto-cake
Er valt meer te proeven in Cisternino, en dan met name op het terras van banketbakkerij Vignola (Via Ostuni 46). Hier wordt de lokale pasticciotto-cake (een zachte zandkoek gevuld met banketbakkersroom en kersen) of een aperitivo-drankje met een lokale panzerotti (typisch Pugliese gefrituurde deegstukken met mozzarellakaas en tomatensaus), Pugliese augurken en traditionele taralli-crackers geserveerd.
Dit bericht bekijken op Instagram
4. Ostuni
Op slechts 8 kilometer verwijderd van de Adriatische kust vind je nóg een prachtig dorpje op een heuvel: Ostuni. De inwoners worden hier verplicht hun huis elk jaar opnieuw wit te kalken, niet voor niets geldt Ostuni in Puglia als La citta bianca; oftewel de witte stad. Het historische centrum is gebouwd rondom de barokke torenspits van Sint Oronzo, het belangrijkste symbool van Ostuni van meer dan 20 meter hoog, en telt meer dan 20 kerken, kloosters en basilieken, zoals de kleine basiliek van Ostuni, gebouwd tussen 1435 en 1495. Ostuni is in de loop der eeuwen in verschillende handen geweest; zo zijn er van de periode onder de heerschappij van de Byzantijnen nog torens en forten te zien die het stadje omringen.
Fotogenieke straten
Dit stukje Puglia heb je overigens niet voor jezelf, het is een van de meest populaire locaties van de hak van dit moment. Dat heeft uiteraard te maken met het schitterende uitzicht, de fotogenieke straten en pleintjes maar ook met één deur in het bijzonder: bij het viewpoint bij Via Brancasi vind je één deur die de show steelt op menig Instagram-pagina. Geschilderd in de kleuren van de zee en vergezeld van joekels van cactussen lijkt iedereen er wel voor gestaan te willen hebben.
5. Martina Franca
Ook het verderop gelegen Martina Franca is een bezoekje waard. Dit stadje heeft een bijzonder goed bewaard gebleven oude stad, omringd door stenen muren met grote barokke poorten die naar smalle straatjes en weidse pleinen leiden. “Chef-kok Granfranco Palmisano runt hier zijn restaurant Gaonas, hij wordt een van de jongste meest creatieve ondernemers van de vallei. Met uitzicht op het 17e-eeuwse Palazzo Ducale op Piazza Roma, vind je hier de bottega van Nella Acquaviva: ze maakt hier al meer dan zestig jaar kant en borduurwerk op maat. Iets verderop vind je nog zo’n trotse Pugliees: chef-kok Granfranco Palmisano runt hier zijn restaurant Gaonas, en wordt door veel mensen een van de jongste meest creatieve ondernemers van de vallei genoemd. Hij biedt zijn gasten proefmenu’s vol regionale gerechten met een twist.
6. Ceglie Messapica
Tot slot Ceglie Messapica, het dorpje in de Valle d’Itria dat vooral bekendstaat om zijn heerlijke keuken. Niet voor niets wordt dit stadje aangeprezen als Città della Gastronomia. Hier staat de bekende Med Cooking School, waar Italiaanse koks uit het hele land cursussen komen volgen en barst het van de kleine ‘huiskamerrestaurantjes’ waar de gasten antipasti-specialiteiten voorgeschoteld krijgen.
Een andere culinaire aanrader in Ceglie Messapica is restaurant Cibus dat gehuisvest is in een voormalig klooster uit de vijftiende eeuw. Hier laat Angelino Silibello zijn gasten proeven van de meest authentieke regionale keuken.
Bekijk meer over Ceglie Messapica:
- Author: Inger van der Ree
- Posted: november 30, 2020