Terug naar overzicht
Caserta

Reggia di Caserta, ontdek het Versailles van Napels

Net boven Napels ligt het Reggia di Caserta, een achttiende-eeuws paleis op een gigantisch landgoed. De koning van Napels wilde met zijn paleis Versailles doen verbleken. Bijna driehonderd jaar later staat het op de Unesco Werelderfgoedlijst, maar toch kennen weinig toeristen zijn majestueuze verblijf. Hoogste tijd voor een bezoek!

Eeuwenlang vormde Napels een koninkrijk dat het hele zuiden van de Laars behelsde en waar onder meer het riante Palazzo Reale in het centrum van de stad nog aan herinnert. Het indrukwekkendste nalatenschap is echter vijfendertig kilometer verderop te vinden. Hier bouwde architect Gaspare Vanvitelli een paleis in opdracht van de koning, met een oppervlakte van 61.000m2, 1200 kamers, 1742 raampartijen, 34 trappen en een tuin van ruim 120 hectare.

Caserta was veiliger

Het koninkrijk Napels ging eeuwenlang als een pingpongbal over van de ene machtige familie naar de andere. In 1734 kwam het in handen van het Huis van Bourbon, met destijds Karel Sebastiaan aan het hoofd. Het idee van Karel was om een alternatief voor Napels uit de grond te stampen, omdat de stad aan zee destijds gevoelig was voor invasies. Caserta dat meer in het binnenland ligt, was een stuk veiliger en op 20 januari, de verjaardag van Karel, 1752 werd hier symbolisch de eerste steen gelegd.

Groot, groter, grootst

Karel wilde graag laten zien dat het koninkrijk Napels minstens zo belangrijk was als dat van Spanje en Frankrijk en dus pakte hij uit. Het moest grootser, want Napels was hét koninkrijk, aldus Karel. En hoewel Caserta kleiner is qua oppervlakte dan Versailles (63.000m2), wint het paleis het qua volume – Caserta is dertig meter hoger. Het paleis van Madrid werd echter niet veel later na een brand herbouwd en is nu met een 135.000m2 vele malen groter.
Dat kwam Karel overigens helemaal niet verkeerd uit; bij de voltooiing van het paleis van Madrid was hij zelf inmiddels koning van Spanje geworden. Een troon die hij klaarblijkelijk tóch interessanter vond, want hij had daarvoor noodgedwongen die van Napels moeten opgeven – volgens een verdrag van Wenen mochten deze staten niet dezelfde koning hebben. Zijn zoon Ferdinand nam zijn plek in over tot Napoleon aan de macht kwam: de kleine Fransman kroonde zijn broer Jozef Bonaparte tot koning van Napels en Sicilië. Later kwam het koninkrijk weer in handen van de Bourbon-familie, maar met de eenwording van Italië in 1861 verloren zij er voorgoed hun macht.

Majestueuze trap

Al bij binnenkomst wist de koning van Napels zijn gasten te imponeren: de trap die naar het woongedeelte leidt is namelijk fenomenaal – de trap werd zelfs als voorbeeld gesteld voor andere paleizen wereldwijd. Al omhoogklimmend passeer je gigantische leeuwen in marmer en drie stenen reuzen die ‘de verdienste’, koning Karel zelf en ‘de waarheid’ verbeelden. Bovenin prijkt een koepel met een schildering van Apollo zittend op een wolk tussen Mercurius, Minerva en de muzen. Vanaf het balkon onder het fresco speelde een orkest de koning of een van zijn gasten toe wanneer hij of zij de trap op kwam lopen. De koepel is vanbuiten niet te zien omdat-ie onder het dak is gebouwd; het is dus ook geen ‘echte’ koepel.

Blinkend goud

De trap brengt je naar de sale reali, de koninklijke zalen, die bestaan uit rijkversierde appartementen en bombastisch aangeklede statenzalen. Vandaag word je haast verblind door het blinkende goud, maar Karel en zijn opvolger zelf hebben het paleis nooit in deze staat gezien. Het decoreren nam namelijk veel te veel tijd in beslag. In de tijd van Karel en zijn zoon Ferdinand waren alleen de appartementen van de kinderen voltooid, waar ze met de hele familie verbleven – maar dat was ook niet bepaald een straf. Door de enorme vertraging zijn er in het paleis nu verschillende stijlen aan te wijzen, je ziet er zowel achttiende- als negentiende-eeuwse elementen.

Troonzaal is het paradepaardje

Paradepaardje van het paleis is de troonzaal, die in 1845 werd voltooid – bijna een eeuw na Karels regeerperiode. In afwachting van de oplevering werd de Sala di Alessandro, met een enorme achttiende-eeuwse plafondschildering en gigantische schilderijen aan de wand, als troonzaal gebruikt. Het decoreren nam zoveel tijd in beslag omdat dan weer de financiële middelen niet toereikend waren, dan weer de koning van smaak veranderde of de troon van koning wisselde. Maar met een groot congres in aantocht in Napels wilde Ferdinand II een zaal om mee te kunnen pronken. Hij nam in 1843 de architect Gaetano Genovese aan die in twee jaar tijd de ruimte wist om te toveren tot een troonzaal die oogt als een glinsterende sieradendoos. Met goud, heel veel goud. Op de muren rondom zie je vierenveertig gouden medailles met de portretten van alle koningen van Napels erop, minus Jozef Bonaparte en diens opvolger Joachim Murat. Op het plafond springt tussen al het goud het kleurrijke fresco meteen in het oog. Hierop is de ceremonie afgebeeld rondom de eerste steen die werd gelegd.
Reggia-di-Caserta-troonzaal

Napolitaanse kerststallen

Als laatste op de route ligt de Sala dell’ex Teatrino Domestico. Een wit vertrek, zonder enige opsmuk op de muren. Deze ruimte was ooit bedoeld ter vermaak, om muziek te maken, bijvoorbeeld. Óf om een kerststal te bouwen. Want dat deed de familie Bourbon maar al te graag. Vandaag vind je hier een verzameling van hun bijzondere kerststallen. Maar liefst twaalfhonderd figuurtjes van terracotta vertellen niet zozeer het bekendste Bijbelverhaal, maar verbeelden het Napolitaanse leven van vervlogen tijden. Zo zie je opengereten varkens die hangen te drogen bij de slager, een vrouw die de was uithangt en een stel dat een bordje pasta eet terwijl iemand hen met een gitaar toezingt. Het verzamelen van de figuren begon al bij Karel Sebastiaan, maar de collectie heeft haar grootte vooral te danken aan koning Frans I, de kleinzoon van Karel, die een enorme liefhebber was. De beeldjes werden niet alleen door ambachtslieden vervaardigd, ook personen aan het hof droegen hun steentje bij; zo maakten hofdames en prinsessen kleertjes van onder andere zijde en piepkleine juwelen van koraal.

De achtertuin

Achter het paleis ligt een immens landgoed, met vijvers en fonteinen zover het oog reikt. Vanvitelli ontwierp de tuin in rococostijl, geïnspireerd op Versailles, met enorme bloembedden die ogen als een kleurrijk tapijten. Maar ook de realisatie van de tuin duurde te lang, waardoor de stijl van Versailles alweer uit de mode was toen het werk eenmaal gedaan was. In de tussentijd hadden de tuinmannen om die reden wel aanpassingen gedaan, zo werden de bloembedden vervangen voor eenvoudige grasvelden en is er van de ‘tapijten’ niets meer over.

Gluurbuur

Midden door de tuin loopt een drie kilometer lange strook van waterbassins, fonteinen en sculpturen, met aan het einde een 82 meter hoge waterval. Pal voor het kletterende water staat de beeldengroep van Diana en Actaeon, naar het verhaal van Ovidius. Aan de ene kant zie je Diana, godin van de jacht en de wilde natuur, omgeven door nimfen. Diana was net van plan om in het verfrissende water te stappen, tot ze aan de andere kant Actaeon spotte die haar naakte lichaam stond te begluren. We zien het moment waarop Actaeon daar de rotte vruchten van plukt: Diana transformeerde hem namelijk direct in een hert. Het hoofd van Actaeon is al veranderd in een hertenkop en hij probeert op zijn mensenbenen te vluchten voor bloeddorstige honden

Engelse tuin

Naast de formele tuin, die gekenmerkt wordt door een strakke en symmetrische plattegrond, ligt de Engelse tuin, waarin juist werd afgestapt van het idee dat de mens de natuur moest beheersen. Deze landschapstuin oogt zodoende veel natuurlijker; je vindt er bossen met kronkelige paden, kreken, kleine watervallen, vennen, maar ook dramatische standbeelden en zelfs overblijfselen uit Pompeï. Het is hier, dankzij de lommerrijke paden, heerlijk wandelen. Aangezien het best een klim is om bij de waterval en in de Engelse tuin te komen, is het op warme dagen aan te raden om vroeg in de ochtend of in de namiddag de tuinen te bezichtigen en daarvoor of daarna het paleis te bezoeken. Je kunt er ook voor kiezen om de shuttlebus naar de andere kant van het landgoed (en terug) te pakken. Enkele reis shuttle service € 2,50 p.p.

Nederlands tintje

Leuk ‘detail’ is dat er een Nederlands tintje aan dit paleis zit. Het ontwerp van het paleis is van de hand van Luigi Vanvitelli, een architect, ingenieur en kunstenaar. Luigi was de zoon van Caspar van Wittel, een Nederlandse landschapsschilder die in 1675 naar Rome emigreerde – destijds de place to be voor kunstenaars. Om te voorkomen dat zijn naam een tongbreker werd voor Italianen veranderde hij die in het exotisch klinkende Gaspare Vanvitelli. Zijn bijzondere, gedetailleerde stadsgezichten op Rome en Napels waren en zijn enorm geliefd. Vanvitelli wordt in Italië dan ook in een adem genoemd met andere Nederlandse meesters als Vermeer, Rembrandt en Frans Hals.

Luigi had het talent van zijn vader geërfd; hij werkte tijdens zijn opleiding zelfs mee aan de Trevifontein. Later stabiliseerde hij de koepel van de Sint-Pieter toen die barsten begon te vertonen en schilderde hij fresco’s in een van de oudste en bekendste kerken van Rome, de Santa Cecilia in Trastevere. Hij werd zelfs de nieuwe Michelangelo genoemd. Het Reggia di Caserta was zijn grootste project waar hij tot aan zijn dood aan zou werken.

Meer tips voor Napels

Napels

De leukste kunst- en designadresjes in Napels

Vroeger trok de jonge Europese elite naar Napels om zich te laten inspireren door de schoonheid van de stad en de kunstschatten die zij herbergt. Dat Napels is terug van weggeweest en wij verzamelden de leukste hotspots. Barokke architectuur in

Read More »

Vlog: de geheime plekken in de baai van Napels

Iris de Brouwer en Giuseppe (Peppe) Renzuto Iodice wonen in Napels. Ze zijn, zoals hun vrienden zeggen, een Napolitaanse Nederlander en een Nederlandse Napolitaan. Elke vrijdag nemen ze je in hun video’s mee naar hartje Napels en omgeving. In deze

Read More »