Pitti Immagine Uomo 2019: de mannen modebeurs in Florence

Twee keer per jaar wordt Florence overspoeld door modeliefhebbers van over de hele wereld. Tijdens de modebeurs Pitti Immagine Uomo tonen de belangrijkste modemerken ter wereld vier dagen lang hun nieuwste collectie. Op 8 januari opent de modebeurs voor de 95e keer haar deuren in Florence.

Een mooi moment om terug te blikken op de beurs van januari 2018.

Pitti people
Het is tien minuten lopen van station Santa Maria Novella naar het Fortezza da Basso. Een korte wandeling die wordt opgefleurd door de ‘Pitti people’, goedgeklede mannen die vier dagen lang over de Pitti Immagine flaneren. Het typische uniform is een goed gesneden wollen pak in een bonte kleur, een stropdas in een contrasterende tint, een bij de stropdas passend pochet en sokken die net onder de – iets te korte – pijpen van de broek zichtbaar zijn. Met hun lange baarden, het zorgvuldig achterover gekamde haar, het chique horloge en een bij het pak kleurende zonnebril, lopen ze achteloos nonchalant tussen gewone Florentijnen die op weg zijn naar hun werk.

 

Paradijsvogels
Eenmaal binnen het antieke fort is het een feest voor het oog. De mannen die eerder nog druppelsgewijs vanaf het station richting de Pitti Immagine liepen, hebben zich verzameld voor het centrale paviljoen van de beurs. Fotografen verdringen zich om de mooiste paradijsvogels. Of zijn het de paradijsvogels die de fotografen opzoeken? Met gespeelde arrogantie kijken ze in de lens. Van over de hele wereld komen ze naar Florence om hun mooiste kleren aan diezelfde wereld te showen. ‘Dit is the place to be,’ zegt fashionblogger Daniel uit Portugal. Donkerblauw pak, paisley motief overhemd, rode stropdas, rood pochet. Uit de borstzak van zijn achteloos over de schouder geslagen tweedjas steekt een paar bruin leren handschoenen. ‘Italië is het belangrijkste modeland ter wereld. Hier hebben ze de mooiste stoffen, de beste ontwerpers. Ze hebben een modegevoel dat niemand anders in de wereld heeft.’

Pittiveteraan
Pitti Lino Ieluzzi, mede-eigenaar van het Milanese merk Al Bazar en dé man van de Pitti, beaamt dat. ‘Wij hebben een soort aangeboren gevoel voor schoonheid en stijl.’ Hardblauw geruit pak, lichtblauw overhemd met widespread boord, grijze stropdas met geborduurde zeven (het logo van zijn merk) en een lichte overjas met de onvermijdelijke leren handschoenen die uit het borstzakje steken. ‘Dat zie je terug in het eten, in de architectuur en in de mode.’ De in Napels geboren Milanees is een Pittiveteraan, hij komt er al meer dan vijfendertig jaar, maar zijn leeftijd is geheim (er wordt gefluisterd dat hij al over de negentig is). Iedereen kent hem, de fotografen verdringen zich voor een plaatje en jonge ‘Pitti people’ schudden bewonderend zijn hand. Milaan is Italië’s modestad maar Florence is minstens zo belangrijk. ‘De Pitti is één groot podium. Hier komt iedereen om te zien en gezien te worden.’

BEKIJK OOK: Florence in 24 uur

Comeback van de zestigerjaren
Een wandeling over de Pitti Immagine is een zinnenprikkelende ervaring van kleuren, stoffen, muziek en perfect geklede mannen. Het aanbod op de Pitti Immagine is overweldigend, maar niet alles is even makkelijk te vinden. Er lijkt geen duidelijke lijn te zitten in dit enorme doolhof, toch is er sprake van trends. ‘Je ziet een langzame terugkeer naar de bandplooibroek, de broeken worden ook weer wat ruimer en de jasjes langer. Het wordt allemaal weer wat sjieker. Een beetje terug naar de jaren zestig,’ constateert van Grinsven. Hij ziet ook dat de kleuren warmer worden. ‘Meer roodtinten en pastels.’

‘We zijn misschien niet zo goed in organiseren of in politiek maar we hebben wel meer gevoel voor mode, kunst en cultuur dan andere volken’

Teatrino Lorenese
Een merk als Seventy lijkt inderdaad in te zetten op pastelkleuren. Lichtgrijs, lichtblauw en rode accenten domineren de elegante stand van het Venetiaanse merk. Aan donkere metalen kapstokken die mooi contrasteren met de lichte houten vloer hangen gewatteerde jassen in grijs en lichtblauw en uit een lichtbeige wollen jas steekt de lichtbruine col van een verder donkergrijze trui. Met de beige ribfluwelen broek die samen met een paarsrode coltrui en witte sneakers op een schap ligt uitgestald, lijkt Seventy vooral de trend te willen bevestigen.

Italiaans vakmanschap
Trends zeggen de Pittiveteraan Ieluzzi niet zoveel, hij hoopt vooral op een terugkeer van de goede smaak. ‘Mode verandert elke zes maanden, stijl blijft. Goede smaak zit hem voor mij vooral in mooie materialen. Deze jas heb ik al zeven jaar en dit pak al vijf jaar, in kleuren als azuurblauw, heel lichte grijstinten, pasteltinten. Dat is voor mij de definitie van stijl.’ Stijl die volgens Ieluzzi vooral ook zit in vakmanschap en traditie. ‘Daar zijn ze in het buitenland jaloers op, maar we moeten oppassen dat we dat niet kwijtraken.’ Zijn bewonderaars knikken instemmend. Het helpt als je opgroeit in Il Bel Paese, waar het leven doordrongen is van schoonheid en kunst en waar het besef van kwaliteit en traditie groot is. ‘We zijn misschien niet zo goed in organiseren of in politiek,’ lacht de verkoper van Le Messagerie, een jong modemerk uit San Marino ‘maar we hebben wel meer gevoel voor – en traditie in – mode, kunst en cultuur dan andere volken.’

 

Vlinderdas
De terugkeer van de strik lijkt een andere, opvallende trend. Op de Pitti hebben alle stropdasmerken nu ook vlinderdassen in hun assortiment. Sommige merken zetten helemaal in op de strik, zoals het Franse Le Loir en Papillon. ‘Ik ben zes jaar geleden begonnen met mijn bedrijf,’ vertelt Mickael Loir, rozerood wollen pak, wit overhemd, rood-creme sjaal met paisleymotief en een grijze papillon. ‘Ik groei constant, vooral de laatste paar jaar. De vlinderdas is echt bezig aan een comeback.’ Overigens wordt Loir’s vlinderdas met de hand gemaakt in Italië.

Made in Italy dus, zoals het overgrote deel van de kledingstukken, schoenen en accessoires dat te zien is op de Pitti Immagine. Als er één ding duidelijk is na een dagje Pitti: er is geen twijfel mogelijk over welk land in de wereld toonaangevend is op modegebied.

Tekst en beeld: Angelo van Schaik