Terug naar overzicht
Pisciotta

Zondagse ontdekkingen, Pisciotta aan de kust in Cilento

Feestelijk zijn ze altijd, de zondagen in Italië. Het wekelijkse moment dat het hele land er stijlvol aangekleed met familie en vrienden op uittrekt naar de mooiste picknicks of de beste stranden. Jos van den Bergh deelt zijn tips over die zondagen. Dit keer over kustplaats Pisciotta in de Cilento-streek.

Eén van de meest vergeten vakantiegebieden van Zuid-Italië is misschien wel de Cilento in de provincie Salerno. Deze bergachtige streek in de regio Campanië grenst aan de noordzijde met de Griekse tempels van Paestum, terwijl het in het zuiden aansluit bij het smalle stukje Basilicata dat bij Maratea nog net even de zee aantikt. Het gebied bestaat verder uit drie woeste gebergtes en beschikt aan de westzijde over de heerlijkste stranden.

Rustiger dan de Amalfikust
De Cilento-kust is daarbij significant rustiger dan de Costiera Amalfitana die ten noordwesten van Salerno ligt. Sinds 1991 is de streek ook een officieel nationaal park, il Parco Nazionale del Cilento e Vallo di Diano. Een natuurgebied dat vervolgens in 1998 ook nog eens tot Unesco werelderfgoed is bestempeld. De combinatie van bijzondere flora, wilde dieren, paradijselijke stranden en middeleeuwse dorpjes heeft dit nog zeer authentieke gebied haar beschermende status opgeleverd. In Zuid-Italië is zo’n stempel van extra grote waarde. En misschien wel het meest glinsterende pareltje van de Cilento luistert naar de naam Pisciotta en ligt met haar oude borgo op een 170 meter hoge heuvel hoog boven zee.

Pisciotta

Badplaats
Gelukkig heerst er in dit dorp aan de Tyrreense kust nog altijd de serene rust die je in veel andere Italiaanse badplaatsen tevergeefs zoekt. Pisciotta biedt op nauwelijks 30 vierkante kilometer daarbij eigenlijk alles dat de Cilento zo bijzonder maakt. Een blauwe zee, de mooiste zonsondergangen, een op de berg geplakte dorpskern en imposante olijfbomen op de heuvels. Voeg daarbij de gracieuze gastvrijheid en we zijn het aan ons zelf verplicht om Pisciotta’s schoonheid in volle glorie te gaan ontdekken.

Altijd een fles Limoncello op tafel
Ooit verbleef ik een lange en warme zomer net iets ten zuiden van Pisciotta en keek ik al die tijd vanaf de berg uit over de zee tussen Pisciotta en Capo Palinuro, de lange landtong die net ten zuiden van Pisciotta in zee steekt en de grens met de Golfo di Policastro vormt. Het betoverende uitzicht staat nog altijd in mijn geheugen gegrift en ik heb hier misschien wel de mooiste zonsondergangen van mijn leven voorbij zien komen. Die waardevolle herinnering is wellicht door de tijd nog wat extra bijzonder geworden omdat ik de gastvrijheid van de Pisciottani als minstens zo indrukwekkend heb ervaren. Omgeving en mensen samen maken het verblijf immers aangenaam en zo aten we elke avond boven aan een steile helling die langs dit stuk kust uit zee oprijst in een restaurant. Iedere keer opnieuw kregen daar van de chef de meest heerlijke visgerechten voorgeschoteld. Na het eten, we waren hier met een gezelschap van vier Nederlanders, schoof steevast de pizzabakker van het etablissement aan en in zijn kielzog kwam ook altijd de fles Limoncello op tafel. Er is sinds die mooie zomer in Pisciotta dan ook geen periode meer geweest waarin ik meer van deze heerlijke citroenlikeur heb gedronken.

De pizzakoning
Nu is de Cilento natuurlijk wel zo ongeveer de bakermat van de Limoncello, maar het tafereeltje leverde eveneens mooie gesprekken op. We kregen zo ook inzage in het vaak lastige leven van de lokale bevolking. Onze pizzabakker woonde bijvoorbeeld niet in Pisciotta, maar reed hij dagelijks na het afronden van zijn andere baan vanuit Praia a Mare, de meest noordelijke badplaats van Calabrië op zo’n 80 kilometer afstand, naar ‘ons’ restaurant in Pisciotta. We leerden tijdens het tafelen ook over de moeizame situatie rond de Italiaanse pensioenen, zijn bittere noodzaak om twee banen te hebben, maar kregen tussen de serieuze gesprekken door ook de meest waardevolle tips om in de omgeving van Pisciotta te gaan bekijken. Het dorp zelf werd door deze pizzakoning daarbij steevast aangeraden als ‘paradiso’.

Maratea
De plaats Pisciotta is oud en veel gebouwen staan er al de nodige eeuwen. Men vermoedt dat voorouders van de huidige dorpelingen rond circa 650 voor christus vanuit het vernietigde Troje gevlucht zijn naar een plek waar tegenwoordig de stad Lagonegro in Basilicata ligt. Wie wel eens de 550 kilometer lange Autostrada Salerno – Reggio Calabria is afgezakt kent deze plaats in de provincie Potenza wel. Een deel van deze groep vluchtelingen trok vervolgens vanuit centraal Basilicata verder door naar de kust van de Golf van Policastro, de zuidgrens van de Cilento en nu vooral bekend vanwege de fraaie badplaats Maratea, en stichtte daar Pixous, het huidige Bussento.

Nieuwe borgo
Toen deze stad, in het achterland van het tegenwoordige Pisciotta, in 915 door de Saracenen werd platgebrand vluchtte een deel van de haar inwoners naar een heuvel net ten noorden van het schiereiland van Palinuro en stichtte daar de nieuwe borgo Pixoctum, hetgeen niet anders betekent dan klein Pixous. De naam ‘Pixoctum’ verbasterde in de volgende eeuwen via ‘Pixocta’ en ‘Pissocta’ in de huidige naam Pisciotta. Net na de stichting rond het jaar 1000 was Pisciotta voor langere tijd een anoniem dorp en pas in de 12e eeuw werd de nieuwe borgo vanwege haar strategische ligging van groter belang. Vanaf dat moment is er qua bouw en omvang niet heel veel meer veranderd ten opzichte van het Pisciotta zoals wij dat nu kunnen bewonderen.

Zon in de zee zien zakken
In de laatste acht eeuwen is Pisciotta ook niet veel groter gegroeid. Al honderden jaren schommelt het inwoneraantal tussen de 2500 en 3500 zielen, waarbij opgemerkt dat het dorp sinds de laatste eeuwwisseling net als zoveel andere Zuid-Italiaanse dorpen te maken heeft met een daling van het aantal inwoners. Alleen in de lange zomers zijn er wat meer bewoners, veelal toeristen of buitenlanders met een tweede huis in de oude borgo. Stuk voor stuk mensen die komen genieten van de prachtige bloemen die hier van begin maart tot vaak half november boven het azuurblauwe water van de Mar Tirreno bloeien, of liefhebbers die genieten van de meesterlijke olijfolie die de vaak drie- of vierhonderd jaar oude bomen rond Pisciotta produceren of gewoon toeristen die vaak langer blijven dan gepland om nog een extra keer de romantiek van Pisciotta ‘s schitterende zonsondergangen te beleven. Want bijna nergens kun je de zon zo mooi in zee zien zakken als hier op het uitzichtpunt van de oude borgo.

Authentiek Italiaanse sfeer
Het centro storico ademt aan alle kanten een authentiek Italiaanse sfeer. Hoogtepunten zijn hier – letterlijk en figuurlijk – het Palazzo Ducale. In de oude stallen van het Palazzo Marchesale is restaurant Tre Gufi gevestigd. Veruit de beste eetgelegenheid van Pisciotta en qua locatie un vero paradiso zoals men het zelf op de website omschrijft. Vanaf het terras heb je een prachtig uitzicht over de zee en als je tijdens één van de zonsondergangen wilt dineren, dan moet je het beslist hier bij ‘De Drie Uilen’ doen. Zij draaien vanaf het palazzo ongetwijfeld ook hun koppies naar het westen, zodra de zon in de Cilento-zee gaat zakken. Het restaurant serveert ondertussen zowel piatti di mare als piatti di terra en voor zo’n € 50 tot € 60 per persoon eet je hier een antipasto plus primo én secondo van topkwaliteit. Een kwaliteit die nóg beter proeft vanwege de geweldige entourage waarin deze opgediend wordt. Verdere info via ristoranteitregufi.com.

Per spoor
Hoewel nog niet ontdekt door het massatoerisme is Pisciotta op diverse manieren goed te bereiken. Dat kan zowel per auto als met de trein, want het dorpje ligt aan de ruim 500 kilometer lange spoorlijn van Battipaglia naar Reggio di Calabria, het puntje van de teen van de laars. Het station Pisciotta-Palinuro, bevindt zich op 3 km vanaf de borgo en ligt langs de doorgaande kustweg Strada Regionale 447. Per auto neem je ook deze fraaie kustweg om in Pisciotta te komen. Rijden over deze slingerende route boven zee is een feest en levert meer dan eens fraaie vergezichten op.

In het oude centrum
Bij het naburige Ascea sla je af in de richting van Palinuro en na heel wat bochtenwerk ligt het piazza van het dorp vervolgens een beetje aan de bocht van deze weg. Dit is ook de plek waar wat kleine winkels te vinden zijn en waarvandaan je te voet verder omhoog de oude borgo inloopt. Het oude centrum kenmerkt zich zoals gezegd door nauwe steegjes, wat horeca en bovenaan het Palazzo Ducale. Dit versterkte fort is uitsluitend lopend te bereiken, Pisciotta is daarmee niet het dorp waar je ver komt met de auto, die zul je ergens buiten de dorpsgrenzen moeten parkeren, maar het autoloze centrumpje is ook direct onderdeel van de unieke ervaring die deze borgo boven zee voor je in petto heeft.

Vanaf het water
Onder aan de 170 meter hoge heuvel waar Pisciotta op gebouwd ligt, treft je de buurtschap Marina di Pisciotta aan. Bereikbaar via een mooi wandelpad vanuit het centrum. De Marina is een vissers- en recreatiehaven waar nog zo’n 250 Pisciottani wonen. Hier is het eveneens kleinschaligheid dat de klok slaat. Vanuit de haven kun je ’s zomers bijvoorbeeld een bootje nemen en de spectaculaire kustlijn vanaf zee bekijken. Dat is beslist de moeite waard want op meerdere plekken heeft de Cilento-kust indrukwekkende rotspartijen of grotten. Wel goed wapenen tegen de zon want wanneer het hoogzomer is brandt deze genadeloos boven het reflecterende blauwe zeewater, nog wel heftiger dan bijvoorbeeld in Noord-Italië en de meeste bootjes zijn slechts simpele blauwwitte sloepjes.

Rode ansjovis
In Marina di Pisciotta kun je ook een kijkje nemen hoe een andere specialiteit van Pisciotta wordt binnengehaald. Het pittoreske haventje staat namelijk bekend om zijn traditionele ansjovisvangst. Deze maakt alleen hier gebruik van een specifieke vangtechniek met speciale netten die handmatig worden binnengehaald. Vanwege het specifieke net blijven de grote vissen bij kalme zee in de draden hangen, terwijl de kleinere exemplaren juist terugvallen in zee. De grote vissen proberen tijdens het vangproces vervolgens te ontsnappen, snijden zich daarbij aan de netten en verliezen zo veel bloed tijdens hun doodstrijd. Dat geeft de vangst een bijzondere smaak mee en levert een bijzondere rode ansjovis-specialiteit op. Nog maar een stuk of acht vissersboten maken gebruik van deze aanpak en dat maakt de ambacht van de anjovis uit Pisciotta bijzonder genoeg om niet alleen in de winkeltjes in de haven, maar ook elders op de wereld als delicatesse ‘Alici di Menaica’ verkocht te worden. Het specifieke ambacht van Marina di Pisciotta is dan ook de reden dat je in dit gebied vrijwel altijd de rode Ansjovis op de kaart ziet staan.

Bijna 9 maanden zomer
Mijn persoonlijke enthousiasme over Pisciotta zit ‘m vooral in de combinatie van schoonheden die het dorp en zijn inwoners te bieden hebben. Allereerst ligt de borgo op een fenomenale plek boven op de heuvel en biedt het Pisciotta overal fraaie doorkijkjes op de door en door blauwe Tyrreense zee. Een tweede reden om hier eens naar toe te gaan is de enorme bloemenpracht die deze kust rijk is. Zeker als de zon schijnt contrasteert deze prachtig met de groene heuvels, de middeleeuwse huisjes van de borgo en de hier toch haast magische zee. De kleurenrijkdom van dit deel van de Cilento maakt hier elke dag nog een beetje vrolijker. Het derde argument om zeker een keer naar Pisciotta af te reizen is de ongerepte natuur van het achterland met zijn prachtige oude olijfbomen en woeste bergruggen. Extra fijn is dat hier op verschillende plaatsen goede wandelroutes zijn uitgezet en er tussen die natuur ook de nodige culturele schatten verscholen liggen.

San Severino
Een mooi voorbeeld hiervan is de verlaten borgo San Severino bij Centola, een ruïne in de bergen op een steenworp afstand van Pisciotta. Voeg bij deze drie op zich al heerlijke ingrediënten vervolgens de ongekende gastvrijheid en een keuken waar een hoofdrol voor visgerechten is weggelegd en iedere Italië-ganger snapt dat Pisciotta garant staat voor de heerlijkste zomers die je jezelf cadeau kunt doen.. Zomers die eind maart al beginnen en met een beetje geluk pas in de loop van november eindigen. Een tijd waarin je ook geniet van roze oleanders, rode ansjovis en een diepblauwe zee.

BEKIJK OOK:

 

  • Jos van den Bergh (1973) werkt al jaren in de Nederlandse mediawereld maar komt al minstens zo lang in elke uithoek van de Laars. Voor ons blijft hij dat nog even doen, rijdt hij kriskras door de Laars en deelt hij zijn tips over de talrijke zondagse ontdekkingen die het land rijk is.