Napels, de stad waar je twee keer huilt
Wie naar Napels gaat zal twee keer huilen: de eerste keer is wanneer je arriveert en de tweede keer wanneer je vertrekt. Zo wordt gezegd. En hoewel ik het niet had verwacht – ik ben tenslotte al een keer in Napels geweest – kan ik het eerste deel van dit gezegde beamen.
Vol enthousiasme vertrok ik ruim twee weken geleden naar Napels. In deze stad zal ik acht weken verblijven om Italiaans te studeren. Niemand begreep waarom ik naar Napels wilde. De stad kent namelijk een slecht imago dat te danken is aan het vele vuilnis op straat en het chaotische verkeer. Maar wat mij trok was de authentieke charme die ik nog niet eerder in Italië heb gevonden. Alleen van die charme was niks te bekennen toen ik arriveerde. Het was een zondagmiddag eind augustus en Napels was verlaten. Dit was niet de stad die ik kende!
Linea recta naar huis
Ik liet me niet gelijk uit het veld slaan. Vol goede moed toog ik naar mijn appartement, waar de verhuurder me snel een rondleiding gaf in het Italiaans. De dame in kwestie sprak geen woord Engels en ik nog geen woord Italiaans. Met behulp van mijn woordenboek probeerde ik te vragen waar de andere studenten waren. Naar mijn mening was het appartement dat ik zou delen met medestudenten iets té netjes. Maar er waren geen andere studenten en daarmee basta. Vervolgens verliet ze het appartement. Die dag heb ik me zo alleen gevoeld en dat in de stad die bekend staat om de chaos! Nog dezelfde avond belde ik huilend naar het thuisfront: ik zou het hier niet acht weken volhouden en wilde linea recta naar huis.
Toeristentomaten
Mijn tranen droogden echter al snel, want de volgende dag was ik gedraaid als een blad aan een boom. Ik ontmoette mijn medestudenten, kreeg een kamergenoot, leerde mijn eerste Italiaanse woorden en maakte kennis met de vriendelijke en behulpzame Napolitaanse bevolking. Zo stond ik bijvoorbeeld in de supermarkt, kijkend naar alle pastasoorten en de -sauzen. Ik had geen idee wat ik moest combineren. Een Napolitaanse dame zag me twijfelend een blik met gepelde tomaten pakken en besloot in te grijpen. ‘Dat is voor toeristen. Als je echt goede kwaliteit wilt, moet je deze nemen.’ Ze reikte me een blik aan en gebaarde dat ik het in mijn winkelmandje moest stoppen. Vervolgens wilde ze weten wat ik ging maken. Nadat ik vertelde dat ik ragù wilde maken, moest ik mijn winkelmandje legen. De Napolitaanse dame gebaarde dat ik haar moest volgen en ze laadde mijn mandje vol met ingrediënten.
Amore
Ondertussen legde ze me uit dat je zelfgemaakte saus van verse tomaten maakt of goede kwaliteit sugo di pomodoro gebruikt als basis. En dat er geen gehakt in de saus gaat, maar spezzato di bovino (dat lijkt op stoofvlees of draadjesvlees). Maar het begint met goede olijfolie en een gesnipperd uitje. De ui fruit je op laag vuur. Nadat de ui glazig is, voeg je het vlees toe. Het vlees laat je ongeveer een uur stoven – in Italië gaat alles nu eenmaal piano, piano. Zodra het vlees goed gaar is, breng je het water voor de pasta aan de kook. Doe 1 eetlepel zout bij het water. Terwijl je het water laat koken, voeg je de tomatensaus toe aan het vlees. Gevolgd door een snuf zout en eventueel wat peper. Wanneer het water kookt, is het tijd om de pasta in de pan te doen en al dente te koken. De saus combineert het beste met spaghetti of reginette. Giet de pasta af wanneer deze beetgaar is en voeg deze vervolgens toe aan de saus. Goed roeren. Maak af met basilicum. ‘Maar’, zo vertelde de Napolitaanse dame, ‘het belangrijkste ingrediënt is amore. Zonder liefde maak je geen goede pasta.’ Die avond kookten mijn huisgenoot en ik onze eerste echte Italiaanse pasta. En daar heeft veel liefde ingezeten, want de pasta smaakte voortreffelijk.
Inmiddels heb ik veel soortgelijke situaties meegemaakt in Napels Deze momenten hebben ervoor gezorgd dat Napels een speciaal plekje in mijn hart heeft gekregen. En iets zegt me dat ik over een paar weken in het vliegtuig terug naar huis een traantje weg zal pinken.
- Author: Redactie
- Posted: oktober 15, 2016