Heimwee naar Nederland
Een deel van onze redactie is verplaatst naar Rome. En met dat deel bedoel ik mezelf. Ik ben de gelukkige die volop mag meedraaien in het Italiaanse leven. Wat ik daar allemaal tegenkom, lees je hier.
‘Het is hier ijskoud, maar gelukkig wel droog. De dagen zijn kort hier, de nacht begint vroeg. De mensen zijn stug en er is maar één kroeg’, zingt Guus Meeuwis over zijn heimwee naar Brabant. Nu ken ik dat gevoel wel, als Brabantse die haar geboortegrond vijftien jaar geleden verliet. Maar er is één plek waar ik dat gevoel nooit heb en dat is Rome. Daarom is de Eeuwige Stad sinds deze zomer (wederom) mijn nieuwe thuis.
Nu wordt het me ook niet moeilijk gemaakt hier. Ten eerste is het in de Italiaanse hoofdstad niet vaak ijskoud. Integendeel, op deze zomerse, snikhete dagen wens ik soms dat ik door een of andere maffioso voor de verkeerde word aangezien en ergens achteraf in een vrieskist beland. Maar een reëlere optie is de kerk. Iedere keer als ik denk te bezwijken aan de hitte, duik ik een kerk in om af te koelen en krijg ik meteen allerlei moois op de koop toe ̶ het is me nu ook duidelijk waarom het instituut hier nog altijd zoveel mensen trekt.
De dagen zijn evenmin kort hier, getuige de enthousiaste accordeonist die elke avond tot in de kleine uurtjes doorspeelt onder mijn raam. En als ik geluk heb, zingt zelfs de lookalike van Bianca Castafiore nog even wat aria’s tussendoor. Geweldig!
Kortom, ik heb weinig te klagen. Ook al is er geen echte bruine kroeg, met Perzische tapijtjes op de tafels en bitterballen op de kaart. Er zijn genoeg (wijn)barretjes waar ik me uitstekend vermaak. Nee, de ingrediënten die de Brabantse zanger zo mist van ‘het land waar zijn wieg heeft gestaan’ ontbreken hier voor mij absoluut niet.
Ook al is er geen echte bruine kroeg, met Perzische tapijtjes op de tafels en bitterballen op de kaart. Er zijn genoeg (wijn)barretjes waar ik me uitstekend vermaak.
Met mijn lyrische mening over Rome ben ik absoluut geen uitzondering. Velen zullen het met me eens zijn dat deze stad prachtig is, het klimaat (meestal) heerlijk en het eten ongelooflijk goed. Maar deze factoren zijn niet voor iedereen voldoende om een beter bestaan te leiden. Veel jonge Italianen dromen op hun beurt van een rooskleurigere toekomst elders. Het levert vaak verbaasde blikken op als ik zeg dat ik het goed georganiseerde Nederland heb verruild voor Italië. Dat ik ben vertrokken naar een land waarin belasting betalen voelt als geld door de wc spoelen en waar een crimineel orgaan machtiger is dan de overheid. Het dagelijks leven is hier ook niet altijd even makkelijk. Neem nou het barretje van mijn lieve bejaarde buren. Ze lopen al tegen de tachtig, vermoed ik, maar werken elke dag nog keihard, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. En ze blijven altijd uiterst vriendelijk ̶ daar kan menig koffietent in Amsterdam nog van leren. Mijn buren zullen hun schouders ophalen voor een verhoging of verlaging van de pensioensleeftijd, zij moeten werken tot ze bij neervallen.
Een Italiaanse vriend heeft me ooit gevraagd of wij Nederlanders het land niet konden kolonialiseren, nadat ik hem vertelde dat onze zomervakantie per regio verscheelt. ‘Wat een briljant idee! En jullie zijn nog wel zo’n piepklein land!’ Volgens hem is er nog weinig over van het eens zo machtige en ingenieuze Italië. Waarmee hij overigens niet wil zeggen dat er geen ambitieuze of hardwerkende Italianen zijn. Hij is hartstikke trots op zijn land en zijn landgenoten, alleen niet op het huidige systeem. Je zou kunnen zeggen dat hij heimwee heeft naar de tijden van weleer. En misschien wel vele Romeinen met hem.
Als Nederlandse, die nog deels kan profiteren van ons overheidssysteem, zit het ‘m voor mij alleen in de kleine dingen: tergend langzaam internet, openbaar vervoer dat niet te vertrouwen is, lange wachtrijen, enzovoorts. Soms trek ik de haren uit mijn kop en voel ik een ieniemienie steekje verlangen naar Nederland. Maar dit gevoel verdwijnt als sneeuw voor de zon, als ik in de rij van de supermarkt een oud, krom vrouwtje voor laat en zij antwoordt met ‘Grazie principessa!’. Of als er bij mijn nieuwe hockeyclub tijdens de training al wijn wordt geschonken en we afsluiten met vers gesneden ham en pizza. Of als ik voor negentig cent lekkere cappuccino al bar drink en voor niks langs een fontein van Bernini wandel. Dus heimwee naar Brabant zoals Guus Meeuwis dat ervaart, dat zal nog wel even duren. Maar zodra ik het voel, ga ik er een hit over schrijven, die ik met mijn accordeon tot diep in de nacht ten gehore breng. Wel eerst nog dat instrument leren bespelen. En wat zangles kan ook geen kwaad. Ach, gelukkig heb ik tijd zat.
- Author: Liselotte van Leest
- Posted: juli 27, 2017