Astrid emigreerde naar Piemonte
Emigreren naar Italië, veel Nederlanders en Belgen dromen ervan. De Smaak spreekt met lezers die hun dromen waarmaakten. Dit keer vertelt Astrid van Leeuwen over haar vertrek in 2008, samen met haar man Joop naar Piemonte om een B&B te beginnen. Maar al snel slaat het noodlot toe. Ondanks alles zet Astrid door.
Droom
‘Het was al jaren een droom van mij en mijn partner Joop om naar het buitenland te verhuizen, maar nadat er bij mij uitgezaaide borstkanker in 2005 was geconstateerd, kwamen onze plannen in gevaar. Na een jaar van allerlei behandelingen en preventieve operaties, zag onze toekomst er weer een stuk beter uit samen. In 2006 mocht ik voor een bekend damestijdschrift naar Barcelona om daar één maand mee te helpen een B&B te runnen. Daar kwam mijn opleiding, Hogere Hotelschool, goed van pas en terug in Nederland zei ik tegen Joop: “Dat wil ik ook. Dan kan ik mooi de bed & breakfast leiden in de zomer, terwijl jij lekker je ding doet, zoals bergbeklimmen, racefietsen en al die sportieve dingen.” In de zomer van 2008 was het zover: we gingen op zoek naar een droomhuis in Piemonte voor onze eigen B&B. Door de jaren was deze prachtige regio een van onze favoriete plekken geworden om te gaan klimmen en wandelen. Ook omdat het toerisme er nog geen hoogtij viert. We hadden van tevoren een shortlist gemaakt van tien huizen. Het huis in Magnano stond aanvankelijk op nummer twee, maar voelde meteen goed. Het had alles in zich om er een prachtige accommodatie van te maken, waarbij we zelf ook onze privacy konden behouden.’
Noodlot
‘Op 4 Augustus 2008 konden we al tekenen voor de overdracht. Het ging zo snel allemaal! We moesten vlug naar huis, Almere indertijd, om al het papierwerk te regelen voor we definitief de sleutel kregen. In Italië kennen ze bijvoorbeeld geen samenlevingscontract of geregistreerd partnerschap, dus zijn we eind juli in Nederland getrouwd. We wilden er zeker van zijn dat het juridisch allemaal in orde was, mocht er met een van ons iets gebeuren. Joop was mijn tweede man, de liefde van mijn leven, naast mijn twee kinderen uit mijn eerste huwelijk. Slechts enkele weken na onze bruiloft en de koop van het huis, sloeg op 15 augustus echter het noodlot toe: Joop verongelukte samen met een vriend tijdens het beklimmen van de Monta Rosa. Ik moest halsoverkop het huis sluiten en terug naar Nederland om alles te regelen, onder meer de crematie. In de herfst keerde ik samen met familie en vrienden terug naar Italië, om het huis enigszins schoon en winterklaar te maken. Toen ik opnieuw ons huis binnenstapte, voelde ik meteen dat het goed zat. Ik moest terug om het te verbouwen en onze droom alsnog waar te maken. In het voorjaar van 2009 ben ik gaan rijden naar Magnano, in colonne samen met vrienden, en begon het nieuwe avontuur: B&B Casa Joop.’
Integreren
‘Het integreren viel erg mee, in het dorp en bij de gemeente kreeg ik alle medewerking. Misschien wel door mijn verhaal en omdat ze blij waren dat ik toch was teruggekomen. Ik heb ontzettend veel hulp gekregen van mijn Zwitserse en Italiaanse buren, zonder hen – en buiten al mijn vrienden en familie – was het niet gelukt om Casa Joop in één jaar volledig te verbouwen! Joop sprak vloeiend Italiaans, maar ik niet. Mijn Zwitserse buren hebben veel getolkt het eerste jaar. Zij hadden bovendien zelf nét een verbouwing achter de rug, dus wisten precies welke aannemer, loodgieter en elektricien ik moest aannemen. Dat ik alles lokaal uitbesteedde, werd gewaardeerd door de dorpsbewoners. En met het Italiaans ging het in de loop van het eerste jaar ook steeds beter, waardoor ik ook dingen zelf kon afhandelen. Inmiddels spreek ik de taal redelijk. Ik zou mijn Italiaans graag nog verbeteren, maar ik heb overwegend Nederlandse gasten, waardoor ik te weinig gesprekken voer met Italianen. Natuurlijk heb ik het met de locals wel over koetjes en kalfjes, en als ik eens op stap ga met Italiaanse vrienden dan snap ik alles en converseer ik leuk mee. Maar ik moet nog steeds nadenken bij wat ik zeg, en kom niet altijd op de juiste grammaticale vervoegingen.’
Cultuurverschillen
‘Een van de cultuurverschillen waar ik tegenaan loop is dat het hier toch wel erg bureaucratisch is, zeker het ambtelijk apparaat is erg ouderwets. Voor bijna alles moet je in de rij staan om een afspraak te maken. Een klein voorbeeldje: om je rijbewijs te verlengen, moet je eerst door een soort keuring. Uren in de rij en wee je gebeente als je niet de juiste bolletta bij je hebt, een soort postzegel van de overheid, dan kun je terug naar huis en opnieuw aansluiten in de rij! Dit is zo bij gemeente en gezondheidszorg – die overigens in Piemonte uitstekend is. En ook bij de bank gelden andere regels dan in Nederland. Een rekening openen kost hier een paar uur van je tijd. Vijftig handtekeningen verder – en met Gods gratie – heb je een bankrekening.’
Gemis
‘Wat ik vooral mis aan Nederland zijn mijn familie en vrienden. De gezelligheid van het buurten, lekker even koffie drinken, onverwacht bij iemand binnenvallen, dat soort dingen. Dat kennen ze hier totaal niet. Noord-Italianen zijn erg terughoudend en bezig met hun eigen familie, daar draait bijna alles om. Ze nemen wel uitnodigingen aan, maar terugvragen is er bijna niet bij. En hoe goed je ook geïntegreerd bent, in de winter is er weinig contact. Als er nood aan de man is, staan ze wel direct voor je klaar, hoor. Maar de gezelligheid zoals wij die in Nederland kennen, is hier niet. Hoewel mijn Italiaanse buren er steeds beter in worden, haha! De hoge druk van de Nederlandse samenleving, volle agenda’s en veel post mis ik dan weer totaal niet. Hier op het platteland is daar absoluut geen sprake van. De post komt, als je mazzel hebt, één keer in de week en komt vandaag iets niet af? Domani is er weer een dag.
Een eigen B&B
‘Het runnen van de B&B is mij op het lijf geschreven. Ik vind het fantastisch om mijn gasten het zo naar hun zin te maken dat ze graag nog een keer terugkomen. Verder moet je je gewoon aan de Italiaanse wetgeving houden, dus elke maand op tijd je statistieken inleveren, je gasten binnen één dag aanmelden op de politiewebsite, belastingaangifte doen met alles erop en eraan, enzovoorts. Als je dat maar doet, dan is het eigenlijk niet zo moeilijk. Wat zwaar valt, is dat ik alles zelf doe: van gasten ontvangen tot de kamers schoonmaken, wassen, strijken, het terras bijhouden, grasmaaien en de vele bloemen verzorgen. Plus de administratie, mail en boekingen bijhouden, boodschappen doen en dan nog je eigen huis ordentelijk houden. Dat is dus best veel. Het lijkt allemaal zo mooi om een B&B te runnen – en dat is het ook als je de gasten leuk kunt ontvangen en lekker een drankje met ze drinkt op het terras – maar het is ook héél hard werken en dat valt weleens tegen. Aan het eind van het seizoen is dan ook de koek meestal op en heb ik een vakantie hard nodig om bij te tanken.
Terug naar Nederland?
‘Bijna iedere winter ben ik terug in Nederland, want alleen hier op de berg is toch wel erg eenzaam. De eerste vijf jaar heb ik vooral door héél hard te werken mijn verdriet weggewerkt, want je grote liefde verliezen op die manier hakt er wel in. De winter van 2013-2014 ben ik alleen in Magnano gebleven om mijn huis, hart en hoofd op te ruimen. Sindsdien ben ik heel gelukkig en weer helemaal in balans om het leven verder aan te kunnen. Het leven gaat toch door, of je nu wilt of niet. Een definitieve terugkeer naar Nederland zit er voorlopig dus niet in. Elke keer als ik hier weer terugkom, denk ik bij mezelf: wauw, wat een prachtig huis! Míjn huis, waarom ga ik in hemelsnaam zo lang weg? Maar ik moet bekennen dat ik niet alleen oud wil worden hier op mijn berg. Mocht ik ooit de liefde nog eens tegenkomen, die deze droom met me wil delen, dan wil ik het liefst hier oud worden. Als dat niet gebeurt, dan kom ik ooit wel terug naar Nederland. Maar met pijn in mijn hart, want bella Italia heeft dat hart gestolen!’
Benieuwd geworden naar Casa Joop? Kijk hier voor meer informatie over de B&B.
- Author: Redactie
- Posted: maart 20, 2017