De Eolische Eilanden: archipel vlak bij Sicilië
Het zijn de vele vulkanen in de laars en op de eilanden die bewonderd én gevreesd zijn. Op de Eolische Eilanden wordt het rommelende, rokende en spuwende gevaar liefkozend geaccepteerd, al is de rozenkrans altijd bij de hand. Je kunt immers nooit zeker weten. La tua volonta sia fatta una terra come in cielo…
Fotografie: Liesbeth van der Wal
De reis naar de Eolische eilanden vraagt enig uithoudingsvermogen. Het is vanuit Nederland de meest tijdrovende bestemming in Italië. Na het afdalen in de laars wacht de oversteek naar Sicilië en vervolgens de veerboot naar de, zoals de Italianen zeggen, Isole Eolie. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er ook vanuit Napels veerdiensten worden onderhouden, maar wij verkiezen het Siciliaanse Milazzo voor de afvaart. Deze stad is onlosmakelijk verbonden met de zeven eilanden voor de kust. Niet alleen om logistieke redenen, maar ook door de geschiedenis. De stad en de eilanden waren menigmaal het decor van zeeslagen en trokken daarbij vaak samen op. Ook in de literatuur worden Milazzo en de Eolische Eilanden omschreven als de stad en zijn zeven zusters. Wij besluiten de Eolische Eilanden eerst op afstand te begluren en volgen de borden richting Capo Milazzo. Het is een excursie op zich met een indrukwekkend spectrum van villa’s en torens. Aan de voet van de vuurtoren op de kaap wacht een prachtig uitzicht op de eilanden. Terug in het centrum van Milazzo volgt een bezoek aan het imposante kasteel van Frederik II en genieten we aansluitend van de Siciliaanse keuken en een broeierige nacht.
Aan boord
Klaar voor onze kennismaking met de Eolische archipel kunnen we volledig koersen op intuïtie en indrukken. De auto blijft in Milazzo en wij stappen, bepakt en bezakt, aan boord van een aliscafo (draagvleugelboot) van Ustica Lines. Vakantiegangers die hun auto willen meenemen naar Lipari, het grootste eiland van deze archipel, kunnen terecht op één van de grotere boten en zijn wat langer onderweg. Wij zoeken snel een plek op het achterdek om zo te kunnen genieten van het prachtige uitzicht. Het helderblauwe water is opvallend en we ontdekken aan zowel bak- als stuurboord kleine en grote rotspartijen. ‘Het zijn geen eilanden maar ze worden wel bewoond’, lacht de geblondeerde Michèle, die naast ons een rookplek heeft gevonden. ‘Door vogels dan. Vooral de rotswanden zijn erg geliefd. Het is een ideale broedplek, lekker rustig.’ Michèle is onderweg naar Lipari, het eiland waar ze de liefde vond. ‘Niet handig, ik weet het. Hij woont en werkt, net als zijn familie, op Lipari maar we willen naar Lazio. Daar woont mijn familie. Dus wanneer we daar werk vinden, hoef ik niet meer iedere keer met de boot.’
Vulcano
Zo’n vijfendertig kilometer van de kust komt Lipari, het grootste eiland, in zicht. Dat is echter niet onze eerste halte. We varen de haven van Vulcano in en daarmee nemen we afscheid van Michèle. Volgens de Griekse mythologie was dit eiland de smidse van Hephaestus, de god van het vuur en de vulkanen. Homerus zal er niet ver naast zitten want Vulcano bestaat uit drie kraters. Wij leggen aan in Porto di Levante vanwaar het eenvoudig is de weg te vinden richting de vuurtoren (langs ruige natuur), de vulkaan (desgewenst met een afdaling in de krater) of de beroemde zwavelbaden. Wie zijn neus volgt, belandt vanzelf in het modderbad, een zogenaamd fango. De zwavel en de hoge temperatuur van het water (zo’n veertig graden) maken dit kuuroord vooral ‘verzachtend’ voor mensen met reuma of artrose, maar ook zonder verwijzing van de arts knapt het lichaam er van op. Veruit de meeste badgasten tonen zich – net als wij – onhandige debutanten, wat een amusant schouwspel oplevert voor de ervaren badgasten. Het is even wennen aan de penetrante lucht en de modderpakking op de huid, maar het is de aangename temperatuur die ontspannend werkt. Natuurlijke sauna’s en fumaroles (bubbelbaden) aan de rand van de fango maken de kuur compleet.
Lipari
Na enkele minuten varen, bereiken we Lipari. Hoewel met vijftig vierkante kilometer niet erg groot, blijkt een taxi toch handig. De eilanden zijn door de vulkanische oorsprong namelijk grillig van structuur en dat betekent veel klimmen en dalen. Wanneer de bagage een plek heeft gevonden in de hotelkamer, trekken wij de wandelschoenen aan. Lipari kent, net als de andere eilanden, een bijzondere natuur. Bovendien staat ook het Museo Archeologico Eoliano op ons lijstje. Op advies van taxichauffeur Mauro laten we ons richtinggevoel bepalen door de afdaling: ‘Als je de weg kwijt bent, ga je gewoon naar beneden. Dan kom je altijd in het centrum.’ Niet veel later gevolgd door een filosofische wegwijzer bij het afscheid: ‘Wij leven hier op zee en daar leeft iedereen volgens de wet van het water. Volg het water en je zult de zee bereiken.’ Met die wetenschap laten we de Monte Chirica – met ruim zeshonderd meter het hoogste punt van het eiland – achter ons en zoeken een weg richting centrum. We ontdekken smalle steegjes, kleurrijke huisjes en tal van verrassingen. Juist op plaatsen waar je het niet zou verwachten. Trapje af, hoekje om en even oversteken totdat we ineens oog in oog staan met opgravingen middenin een woonwijk. Hier zijn tientallen graven en fundamenten blootgelegd. Een gemeentelijk schrijven, op een bord gespijkerd, verklaart de cultuurhistorie van de vondst maar ook het belang dat de eilandbewoners aan hun geschiedenis hechten.
Stromboli
Het is nog vroeg in de ochtend als we in de haven van Marina Corta kaartjes kopen voor de veerboot naar Stromboli, dertig kilometer ten noordoosten van Lipari. Voor de meeste toeristen is dit het indrukwekkendste eiland omdat hier een nog werkende krater te vinden is. De vulkaan wordt al meer dan twintig eeuwen door reizigers beschreven en De Smaak van Italië zal daarin niet achterblijven. Wie tijdens de vaartocht een plaats op het buitendek heeft veroverd, krijgt het beste uitzicht op de rotshelling sciara del fuoco. De geharde lavastromen die als een zwarte skipiste de zee inglijden, typeren de grote kracht van moeder natuur. Sommige uitbarstingen moeten verwoestend zijn geweest. Bij de aankomst in de haven zijn de witte huisjes en het zwarte strandzand opvallend: zand van lava, een bizar cadeautje uit het diepst van de aarde. Stromboli is ook het eiland van de Ape. Er rijden honderden van deze driewielers rond. Buitengewoon praktisch op de smalle weggetjes en hittebestendig bovendien, op een eiland waar de zomertemperatuur tot boven de veertig graden komt. Zo tuffen we, met onze koffers in het laadbakje, richting hotel. Eenmaal van de bepakking verlost, geven we gevolg aan een onweerstaanbare neiging om het zwarte strand tussen de tenen te voelen. Heel bijzonder. Wanneer ook andere lichaamsdelen knorrend van zich laten horen, besluiten we op zoek te gaan naar de ‘smaak’ van Stromboli.
Pesce met zeezicht
Zoals voor alle eilanden geldt, vult vis de maag én de portemonnee. Veel restaurants hebben zelf een visser in dienst die iedere ochtend het menu bij elkaar hengelt. Je hoeft daarom in de meeste restaurants ook niet om de kaart te vragen. De ober vertelt namelijk graag wat de dagvangst is. Sardientjes en zwaardvis zijn de hoofdrolspelers in de Siciliaanse en Eolische keuken, zo ook bij Da Luciano op Stromboli. Behalve voor de smakelijke dis is het restaurant ook een aanrader voor het zeezicht. Het verklaart in ieder geval het overvolle terras. Wanneer we tussen twee gangen even zijn aandacht weten te trekken, vertelt Luciano ons dat die rots voor de kust Strombolicchio heet en dat we daar vooral met een bootje naar toe moeten. ‘Aanleggen en naar boven klimmen, naar de vuurtoren. Dan heb je pas een uitzicht!’ Hetzelfde advies krijgen we die avond van Vito Russo, de directeur van ons hotel. ‘Het wordt nu al donker, dus ik regel voor morgen een bootje voor jullie. Dan kun je ook rond het eiland varen.’ De dag die volgt is de dag van de climax. Een dag die de schoonheid van de natuur in al haar facetten onbeschrijfelijk en ongelofelijk mooi toont. Stromboli, een paradijs met de helderblauwe zee, noestige rotsen, kronkelende paden, blatende berggeiten, een brullende vulkaan en – kijk nou – hij spuugt! Wat mooi!
Archipel
De Eolische archipel bestaat, naast de beschreven eilanden Lipari, Vulcano en Stromboli, verder uit Salina (bekend van pelgrimages en Malvasia-wijn), Panarea (het kleinste eiland, met luxe toeristenoord), Filicudi (herbergt resten van een prehistorisch dorp) en Alicudi (geschikt voor rustzoekers, slechts enkele bewoners). Omdat toerisme voor de meeste eilanden een belangrijke bron van inkomsten is, is er een ruim aanbod van gidsen en excursies. Duiken, varen en natuurlijk wandelen en klimmen zijn daarbij veruit favoriet. De meeste vulkanen zijn te beklimmen, waarbij Stromboli de meeste tijd vergt. Het duurt enkele uren voordat de krater is bereikt (bij voorkeur met een gids), maar het loont de moeite. Het is overigens ook mogelijk een helikoptervlucht te boeken om de kraters te bezichtigen.
Eruptie
Het hoogste punt van de actieve vulkaan Stromboli ligt op zo’n negenhonderd meter, het diepste punt maar liefst tweeduizend meter onder de zeespiegel. Het eiland is dus eigenlijk niet anders dan het topje van de vulkaan. De laatste grote uitbarsting had plaats in 1930. Het leidde tot grote vloedgolven en een dikke laag as over het hele eiland. De schade op Stromboli was enorm en honderden bewoners trokken weg. In 2007 dreigde opnieuw een eruptie, waarop de overheid besloot de bewoners te evacueren. Het liep met een sisser af. Toch is nog bijna iedere avond te zien hoe de vulkaan stenen en lava naar buiten spuugt.
Reisinformatie Eolische Eilanden
Vanaf luchthaven Catania (onder andere te bereiken met Alitalia), kun je de trein pakken naar havenstad Milazzo, maar het makkelijkst is om op de luchthaven een auto te huren.
Vanaf Milazzo vertrekken er boten van de maatschappijen Siremar, SNAV en NGI naar de Eolische Eilanden. Je kunt ook met de snelle boten van de maatschappij Ustica gaan, alleen hier kunnen geen auto’s op.
Bel van te voren even met de bootmaatschappij voor actuele vertrektijden, die willen namelijk nogal eens afwijken van het originele schema.
BEKIJK OOK:
- Author: Redactie
- Posted: december 7, 2016