Terug naar overzicht

Jarl heeft een wel heel luidruchtige buurman in Rome

Als Volkskrant-correspondent woonde Jarl in Rome. Daar wil hij, als een ordinaire Buurman Bolderbast, stampij gaan maken bij zijn zingende buurman. Maar is dat wel zo’n goed idee?

We dwarrelden door de straten en hoewel we wisten dat we droevig moesten zijn, lukte dat maar matig. We zagen heus wel hoe verschrikkelijk het was dat Rome zo verlaten was; dat er niet eens één toerist rondliep die de lokale economie kon spekken door wat prullaria te kopen bij het souvenirwinkeltje op Piazza Navona, of vijf bolletjes ijs zou bestellen bij Gelateria Giolitti.  ‘Maar’, zo fluisterden we tegen elkaar, terwijl we schichtig om ons heen keken om er zeker van te zijn dat niemand ons kon horen: ‘het is ook wel echt verrukkelijk hier, vind je ook niet?’

De stad voor onszelf
Het waren die gouden dagen van de lente waarin de zon al volop scheen, de zwaarste lockdowns voorbij waren, maar de eerste toeristen nog moesten arriveren, waardoor wij samen met een handvol lokale bewoners de stad helemaal voor onszelf hadden. En niet zomaar een stad, maar Rome, de allermooiste stad ter wereld, die grote historische kijkdoos waarmee je in alle versies van vroeger kunt turen en waar je op ieder terras een huisgemaakte pasta kan besproeien met een halve liter huiswijn van de pecorino-druif.

De sfeer sloeg om
‘Verrukkelijk’, fluisterden we tegen elkaar. Pas toen we het plein voor het Pantheon betraden, sloeg de sfeer om. Doordat alle theaters nog gesloten waren, was de stad die dagen afgeladen met operazangers die er, ten overstaan van hun stadsgenoten, hun kelen soepel probeerden te houden. Dat was natuurlijk geweldig – op elke straathoek een gratis privéconcert – tot we pal voor het Pantheon onze buurman zagen staan, een sympathieke jongen van een jaar of 30 die eerder dat jaar naar Rome was verhuisd om operazanger te worden.

Dwars door de dunne slaapkamermuur
‘Jackpot’, dacht ik de eerste paar dagen toen zijn mi-miii-mi-mi-mi-mi-miiiii, mo-moo-mo-mo-mo-mo-moooo dwars door de dunne slaapkamermuur heen klonk. Ik had opeens te maken met een ultiem, verrukkelijk Italiaans probleem waarmee ik ongetwijfeld de lachers op mijn hand zou krijgen. Ik zou iedereen kunnen vertellen dat ik soms dagen beleef waarop ik eerst hoffelijk voorrang verleen aan vier nonnetjes in een Fiat 500, daarna een roze sportkrant lees in een bar waar de eigenaar mij professore noemt en dat ik daarna, terwijl ik thuis de pasta afgiet, ook nog eens een bariton hoor zingen. ‘Hi-la-risch’, zouden mijn toehoorders zeggen, waarna ik trots zou knikken. Bovendien zong de buurman vaak aria’s van Giuseppe Verdi – La Forza del Destino was duidelijk zijn lievelingsopera – dus door de muur heen kreeg ik ook wat gratis culturele bagage mee.

Een vlaag van schuldgevoel
Maar zoals dat helaas vaker gaat in het leven: wat na een dag leuk is, is na een week al beduidend minder leuk en wordt na een maand ronduit vervelend. Hoe vaker mijn buurman oefende en hoe overtuigder hij raakte van zijn eigen kunnen, hoe meer ik mij begon te storen aan dat eeuwig terugkerende mi-miii-mi-mi-mi-mi-miiii, mo-moo-mo-mo-mo-mo-moooo tijdens het inzingen. Dit is de achterkant van al die ontroerende momenten bij X-factor en The Voice, dacht ik vanachter mijn bureau. Het werd zelfs zo erg dat ik mijzelf op een dag met geheven vuist richting de muur zag benen, klaar om hard te bonzen, tot ik werd overspoeld door een vlaag van schuldgevoel. Want ik kan het toch niet maken om zomaar, als een ordinaire Buurman Bolderbast, stampij te maken terwijl deze man zijn leven wijdt aan de schone kunsten? Zou ik dan niet precies hetzelfde gedrag vertonen als die Groenlinks-stemmers op IJburg in Amsterdam, die jarenlang trots verkondigden dat ze duurzaamheid belangrijk vonden, tot de eerste windmolen in hun wijk zou worden gebouwd waarna ze subiet besloten VVD te stemmen? 

Zondaars
‘Ach’, dacht ik na wéér een nieuwe, snerpende uithaal. ‘Zijn wij niet allen zondaars?’, waarna ik hard op de muur klopte. Ik heb de buurman sindsdien nooit meer horen zingen, tot we hem die dag opeens voor het Pantheon zagen staan, hij mij recht in de ogen aankeek en uit volle borst zijn aria hervatte uit La Forza del Destino – de kracht van het noodlot. Ik heb mij nog nooit zo schuldig gevoeld.

Jarl van der Ploeg woonde en werkte als correspondent in Rome en schreef daarover het boek Wegens vakantie gesloten. Met ons deelt hij de hoogtepunten.

LEES OOK:

Wil je dagelijks op de hoogte blijven van de laatste nieuwtjes en leukste vakantietips uit Italië? Volg De Smaak van Italië op Facebook!