3x lekker eten in Pistoia doe je bij deze restaurants

Pistoia ligt op de route naar bekendere steden in Toscane, zoals Florence en Lucca. Ga ook zeker een dagje naar deze leuke stad, want dit ‘kleine Florence’ veel te bieden. Bij deze fijne adressen eet je goed.

1.La Bottegaia
Deze gezellige osteria ligt tussen het Domplein en het Piazza della Sala, het centrum van het uitgaansleven. La Bottegaia is ingericht met houten tafels en de sfeer is rustiek. De eigenaren hebben met hun osteria naam gemaakt in de stad. De keuken is Toscaans, met ingrediënten en specialiteiten uit de streek en een uitgebreide wijnkaart. Via del Lastrone 17, Pistoia

2. Enoteca Ristorante Baldo Vino
Bij Baldo Vino heerst een warme sfeer. Op de kaart staan gerechten van verse vis, gegrild vlees en heerlijke kaas- en vleeswarenplateaus. Alle ingrediënten komen van plaatselijke fokkers en leveranciers. Daarnaast is er ruime keuze uit lokale en regionale wijnen. Piazza S. Lorenzo 5, Pistoia

3. Trattoria dell’Abbondanza
In de Via dell’Abbondanza vind je dit charmante restaurantje, waar je beslist moet aanschuiven tijdens een bezoek aan Pistoia. Een ruime keuze in antipasti (denk aan: klassieke bruchette en crostini, maar ook balletjes gemaakt van stokvis) en verrukkelijke pasta’s, bereid met lokale producten en volgens de cucina povera-traditie. Via dell’Abbondanza 10/14, Pistoia

Extra tip: Confetteria Bruno Corsini
Je kunt Pistoia niet verlaten, zonder de beroemde confetti (bruidssuikers) te hebben geprobeerd. Bij Confetteria Bruno Corsini, aan het Piazza San Francesco, worden de confetti volgens traditioneel recept in grote, koperen ketels uit 1918 door de suiker gerold. De brillo, het knapperige suikerlaagje dat op deze manier ontstaat, zorgt voor een krokante bite. Ook confituren, theemengsels, gekonfijte mandarijntjes en rosolio (brandewijn met rozenbladaftreksel) worden volgens traditioneel recept gemaakt.

Bekijk de leukste doe-tips voor Pistoia:

Wil je zelf naar Toscane

Wij weten precies waar je moet zijn. Bekijk onze reisaanbieding.

Fotografie: Matteo Carassale